Op de Marktlink Capital Investor Day sprak Alexander Klöpping over de razendsnelle opkomst van AI – en wat er ons nog te wachten staat als de modellen het chatvenstertje in de browser ontsnappen en alle aspecten van het dagelijks leven gaan beheersen.
Allereerst een disclaimer: dit stuk is geheel met de hand geschreven en gecorrigeerd, zonder tussenkomst van Large Language Models. Het is een verslag van de Marktlink Capital Investor Day waar we Alexander Klöpping als dé techexpert van Nederland hadden uitgenodigd om de investor community bij te praten over de impact van AI.
Voor venture capital en de investor communityleden die venturefondsen zitten in is AI bijzonder relevant, want als we de rapporten van de afgelopen maanden bekijken is wel duidelijk dat een groot en groeiend deel van de beschikbare poule venture capital naar AI-ondernemingen stroomt. Ook voor private-equity-investeerders is het een thema, want fondsen moeten flink investeren om hun portfoliobedrijven relevant en concurrerend te houden. Een groot deel van de infrastructuur van de AI-revolutie mogelijk gemaakt door de private markten, want de bouw van al die datacenters wordt in belangrijke mate gefinancierd met private credit.
De vraag is echter wel of er geen sprake is van een bubbel. De laatste keer dat er zoveel in nieuwe techinfrastructuur werd gepompt hadden we daarna te maken met een gigantische dotcombubbel en, met het oog op de geschiedenis, hebben we sinds de spoorwegbubbel van de jaren 1840 niet meer zo'n massale investeringsgolf gezien.
De "bears” zijn dus beducht op een bubbel, maar de "bulls” menen dat AI zo'n productiviteitsslag mogelijk maakt dat het heus niet uit maakt dat er nu zoveel wordt gebouwd. Wat is een paar honderd miljard aan misplaatste investeringen op deze complete industriële revolutie, zei Mark Zuckerberg van Meta onlangs, en er zijn genoeg experts die het met hem eens zijn.
Nog even los van de bubble: er zijn grotere existientiële vragen rond AI. Toch waagt Klöpping zich niet aan de grote vragen en de grote antwoorden in zijn verhaal: daarvoor gaat de techniek te snel en is de ontwikkeling te ongrijpbaar. Toch heeft hij wel vier stellingen voor de zaal die hij wel aandurft. Op een rijtje:
1. AI blijft er niet uitzien als een chatbot.
Inmiddels is het schermpje van ChatGPT met het “what can I help you with today?” al tamelijk ingeburgerd, maar Klöpping laat een aantal voorbeelden zien van AI buiten de browser. Neem bijvoorbeeld de brillen van Meta (voorheen facebook) waarmee de AI in real time met je meekijkt. Ook zijn er apparaatjes die je om je nek kan hangen en die de hele dag al je gesprekken opnemen, samenvatten en analyseren. Dat vond de vriendin van Klöpping trouwens minder leuk toen ze een keer na een meningsverschil claimde: “dat heb ik nooit gezegd” - de AI had het toch echt gehoord...
2. AI schrijft code om de AI beter te maken.
Tot nu toe beschouwen we AI vooral als iet dat gemaakt wordt door handige softwareontwikkelaars. Maar wat die softwareontwikkelaars natuurlijk direct deden is de tools programmeren om hun eigen werk uit handen te nemen. Op een zeker punt zal dit zo ver gaan dat de computer als het ware zichzelf kunnen programmeren. Wat er dan gebeurt is moeilijk te voorspellen. Klöpping citeerde hier cijfers van Amazon en Google, waar al meer dan 80% van de intern opgeleverde code tot stand is gekomen door AI.
Een ander mooi aspect van dit punt verhaal is dat dergelijke programmeer-AI voor ons in de zaal allemaal “nieuw” is, maar dat voor de nieuwe generatie een responsieve computer, tablet of telefoon heel normaal is. Klöpping vertelt hoe zijn dochtertje samen met wat klasgenootjes al haar eigen apps bouwt voor schoolwerk. Zo heeft ze laatst in Loveable een app gebouwd om de tafels mee te oefenen, inclusief “high scores” voor de snelste rekenaars. Een kleine opvoedtip van Klöpping: ja, ze mag op de iPad, maar alleen als ze zélf de apps bouwt. Er groeit dus een hele generatie op die niet beter weet dan dat de computer adaptief is, wat weer de vraag oproept hoe lang de statische apps nog de big beasts van de software blijven.
3. Computers doen de helft van je huidige werk.
Bij dit punt spitste de zaal uiteraard z'n oren: ondernemers zijn vooral benieuwd wat AI gaat doen voor de productiviteit. Niet alleen van onszelf, maar ook van die van de medewerkers. Klöpping gaf zelf het voorbeeld van Excel – ondanks dat hij als ondernemer al jaren in Excel werkt is hij er nooit echt goed in geworden, maar nu kan je, door gewoon vragen te stellen aan Chat en screenshots te uploaden, ineens doen alsof je heel goed bent met de spreadsheets.
Elders op de dag werd ook gevraagd hoe dat bij investeringsfondsen werkt. Een boekenonderzoek dat eerst zo'n drie dagen in beslag nam is nu in een paar uurtjes gedaan, puur omdat AI een hoop data-ordeningtaken al uitstekend beheerst. We hebben deze bewering ook even gecheckt bij ons eigen investment team en de analisten konden dat inderdaad bevestigen.
Kortom: veel saaie dingen (zoals eindeloos excelletjes tweaken) wordt binnenkort voor je gedaan door de computer. Wat moeten wij dan doen? Nou, zegt Klöpping, vooral jezelf afvragen wat de toegevoegde waarde is van je werk, wat je drijft en wat je leuk vindt: doe vooral die dingen en laat de moddellen de rest oplossen.
4. Iemand in je omgeving zal een intieme relatie hebben met een synthetisch wezen.
Dit was misschien wel het meest schokkende punt – dat ChatGPT en aanverwante modellen niet alleen productiviteitstools zijn, maar ook dienen als een synthetische vervanger voor vriendschappen en relaties. Het is nu al zo, zei Klöpping, dat het meeste gebruik van ChatGPT uit vragen bestaat die. Het is dus maar een kwestie van tijd voordat iemand in je directe omgeving verliefd wordt op een chatbot.
YOLO
Bovenal benadrukt Klöpping dat de ontwikkelingen na decennia ploeteren nu ineens zo snel gaan dat ze nauwelijks meer zijn bij te houden. Vonden we in 2023 een brak filmpje waarin een AI-gegenereerde versie van Will Smith op hoogst onnatuurlijke wijze spaghetti naarbinnen harkte al vrij indrukwekkend, inmiddels is AI-video overal en nauwelijks meer van echt te onderscheiden. De vraag is dus niet meer hoe we de ontwikkeling gaan versnellen, maar of we niet op de rem moeten trappen. Hij neem het voorbeeld van een AI-tool voor softwareontwikkeling dat een een “YOLO-schuifje” heeft waarmee je kan instellen hoe ver je wil gaan met de ontwikkeling van je app. De glijdende schaal gaat van voorzichtig - genereer alleen een klein beetje code - tot YOLO (you only live once, zeg maar internets voor een roekeloze sprong in het diepe) - maak het product meteen helemaal af en publiceer het direct. De vraag is hoe ver de samenleving wil gaan. Hierbij lijkt de strijd vooral te gaan tussen de techbazen die maximaal willen versnellen en de ambtenaren, vooral van de EU, die AI willen inkapselen met allerlei normen en regels.
Aan het einde van het verhaal was de zaal al aardig onder de indruk van de huidige capaciteit van de AI-modellen. "Maar", zegt Klöpping, “de AI die je vandaag gebruikt is de allerslechtste AI die je ooit gaat gebruiken.” Er staat ons ongetwijfeld nog heel wat te wachten.
De apps die Alexander Klöpping gebruikt in zijn dagelijks leven:
1. Claude.ai
De beste app voor het schrijven van teksten.
2. Shortwave.ai
Werkt bondige instructies uit tot verzorgde e-mails.
3. NotebookLM.google
Vormt lange saaie teksten om tot een podcastgesprek, reageert op vragen.
4. Lovable
Codeert apps op basis van geschreven instructies. Overigens een portfoliobedrijf van Marktlink Capital via onze venture capitalfondsen.
5. Whispr Flow
Schrijft gefluisterde stream of consciousness-monologen om tot leesbare teksten.
Dit artikel is reeds verschenen in het Marktlink Magazine van December 2025.